1877 Van patenten, prototypes en voetnoten in de geschiedenis (Deel 1)

1877 Van Patenten, prototypes en voetnoten in de geschiedenis (Deel 1)

 

1877 Charles CrosCharles Cros (1842 – 1888) mag beschouwd worden als de vader van de geluidsdrager zoals wij die kennen.

Hij wordt over het algemeen gezien als de man die bijna, maar niet helemaal, de fonograaf heeft uitgevonden.

 

Voortbordurend op de ideeën van Édouard-Léon-Scott de Martinville kan gesteld worden dat Cros de eerste persoon was die het idee vastlegde om geluidsgolven, nadat zij zijn geregistreerd, ook weer terug af te spelen.

 

Voor zover wij nu weten is hij de eerste geweest die een beschrijving van een dergelijk proces heeft opgesteld.

 

In een verzegeld document, wat Cros aanbood aan de Académie de Sciences (Document nummer 3109, registratiedatum 30 april 1877), is volgens de briefomslag sprake van:

 

“… de beschrijving van een procedé van registratie en reproductie van met het gehoor waarneembare verschijnselen”.

1877 Cros enveloppe

Charles Cros' pli cacheté (verzegeld pakket), gedeponeerd bij de Franse Académie de Sciences op  30 april 1877. Afbeelding : Académie des sciences-Institut de France.

Met deze veronderstelling was Cros eerder dan Edison in het formeel vastleggen van een theorie om geluid, nadat dit is geregistreerd, te kunnen afspelen.

 

Hij beschreef zijn vinding al op 18 april 1877 en probeerde om de financiële middelen bij elkaar te krijgen om zijn ideeën te verwezenlijken.

Hier slaagde hij niet in en het lukte hem zelfs niet om voldoende geld in te zamelen om zijn idee te patenteren, waardoor hij zich genoodzaakt zag het beschrijvend document, goed verzegeld, aan de Académie aan te bieden.

Pas toen het gerucht van de uitvinding van de Fonograaf van Edison doordrong tot Parijs, vroeg Cros de Académie de verzegelde enveloppe te openen hetgeen op 3 december 1877 gebeurde, drie dagen voor de voltooiing van Edison’s eerste fonograaf.

In het document is sprake van:

Un index léger est solidaire du centre de figure d'une membrane vibrante; il se termine par une pointe [...] qui repose sur une surface noircie à la flamme”.

Vrij vertaald: “Een scherpgepunte index (latijn: wijsvinger), bevestigd in het midden van een vibrerend membraan […] rustend op een oppervlak dat zwart is van de vlam”.

Het document beschrijft verder het idee van een getekend traject dat (na een ingewikkeld procedé) in reliëf op een resistent materiaal wordt aangebracht.

Dat Cros al eerder dan op 3 december in de openbaarheid was getreden met zijn vinding valt af te leiden uit een vermelding in het blad “La Semaine du Clergé”, van 10 oktober 1877, waarin abt Le Blanc een uiteenzetting geeft van de ideeën van Cros en niet, zoals in het boek “Dank U meneer Edison” wordt beweerd, Abt Lenoir. Klik hier voor een link naar het artikel in "La Semaine du Clergé"..

 

Het door Cros bedachte proces gaat uit van in die tijd in de fotografie gekende technieken, waarbij gebruik gemaakt werd van een bijtende (etsende)

vloeistof.

 Aan de basis...

Oorspronkelijk werd (in het geval van fotografie) de informatie op een lichtgevoelige laag (gelatine) vastgelegd, die op een gefixeerde drukplaat was aangebracht.

De gelatine die aan licht werd blootgesteld hardde uit.

Het deel dat niet aan licht werd blootgesteld bleef zacht.

Na “belichting” werd de niet uitgeharde (niet aan licht blootgestelde) gelatine weggespoeld en de fotoplaat met een bijtend zuur geëtst.

Hierdoor ontstond een “reliëftekening” op de plaat.

Door de plaat vervolgens te inkten konden afdrukken van de foto worden gemaakt.

(Proces Niépce en Daguerre) Voor meer informatie : klik hier

Cros was zeer wel bekend met het medium fotografie.

Hij staat zelfs te boek als een van de pioniers van de kleurenfotografie (zoek maar eens op “Solution Générale du probleme de la Photographie des Couleurs”, wat hij al in 1869 schreef) en bedacht, met die kennis als uitgangspunt een methode om de getekende geluidsgolf in reliëf te doen verschijnen.

Door de in het roet getekende lijn (transparant) te fotograferen kon een negatief worden verkregen waarbij de geregistreerde trilling als zwarte lijn zichtbaar werd.

Van het negatief zou een “flexibele film” getrokken moeten worden die vervolgens op een zink- of koperplaat, waarvan het oppervlak was behandeld met “Judea Bitumen”,ook wel “Syrisch Asfalt” genoemd, moest worden gelegd en blootgesteld aan zonlicht.

Het idee was dat de zwarte kleurlijn van de flexibele film het zonlicht niet zou doorlaten, waardoor de bitumenlaag alleen zou uitharden op de plaats waar de film transparant was.

De opname zou daarna, als de plaat goed zou zijn afgespoeld, middels een zuurbehandeling geëtst worden.

Het op die wijze verkregen spoor zou het medium zijn dat in de beschrijving van Cros zou kunnen worden afgetast om zo het opgenomen geluid weer te geven. Een zeer tijdrovend en complex procedé waarbij, voordat het praktisch uitvoerbaar zou zijn, nog vele hindernissen zouden moeten worden overwonnen.

Als we daarmee vaststellen dat Cros formeel de eerste was die het procedé van reproductie beschreef, moeten we daarbij wel direct de volgende kanttekeningen maken:

  • Zijn beschrijving zoals aangeleverd aan de Académie bevatte geen schetsen of ontwerptekeningen.

  • Het apparaat bestond alleen in de gedachten van Cros en kreeg pas nadat de uitvinding van Edison wereldkundig was gemaakt – en gepatenteerd – een naam, de Paleofoon. In het "Nieuws van den dag" van 30 januari 1880 wordt het apparaat Phonantograaf genoemd.

Hoewel Edison de eerste was die een werkend apparaat wist te (laten) maken mogen we wel stellen dat Cros degene was die al direct het spoor voor laterale opnames (de groef met de horizontale slingeringen) koos. Edison’s eerste apparaten maakten gebruik van een mechanisch proces waarbij de groef verticaal werd aangebracht (het hill and dale principe).

 

Mede door deze verschillen in benadering (fotografie tegenover mechanische “imprint” en lateraal tegenover verticaal), maakt het voor mij onwaarschijnlijk dat de heren uitgebreid op de hoogte waren van elkaars uitwerkingen.

Daardoor zou je kunnen stellen dat beiden, ieder op zijn eigen manier, aan de geboorte van het medium “geluidsdrager” zoals wij dat nu kennen hebben bijgedragen.

 1877 Allais Le Chat Noir

Er is slechts één persoon die zich opwerpt als voorvechter voor Cros’ ideeën en dat is Alphonse Allais.

Op 18 augustus 1888 , negen dagen na het overlijden van Cros spreekt hij zich in “Le Chat Noir” over zijn vriend in uiterst lovende bewoordingen uit.

 

Allais geeft aan dat hij al in 1876 met Cros van gedachten heeft gewisseld over zijn idee van reproduceerbare geluidsgolven.

 

Aan het einde van zijn betoog deelt Allais nog een sneer uit aan de Franse regering door te stellen dat (vrij vertaald):

“…. in plaats van triomfbogen op te richten voor een Yankee-knutselaar, men beter aandacht had besteed aan een briljant Frans wetenschapper en groot dichter, Charles Cros, gestorven in armoede, een weduwe en twee kinderen achterlatend”.

                                                                                               

                                                                                                                                                                                       Klik op de afbeelding voor een vergrote weergave. 

                                                                                                                                                                                       Bron: https://www.phonorama.fr/le-poete-visionnaire.html

Op Edison en de Fonograaf komen we in het volgende deel uitgebreid terug.

Daarna gaan we de apparatuur loslaten, omdat de geluidsdrager, met de komst van de cilinders duidelijk los van zijn afspeelapparaat komt te staan.

Daarmee aan het einde gekomen van dit relaas gaat Charles Cros uiteindelijk de boeken in als een van de bedenkers van het concept van geluidsreproductie, maar staat hij aan het einde van dit hoofdstuk wel nog steeds met lege handen.

Geen prototype, geen enkel door hem opgenomen geluidsfragment, is bewaard gebleven.

Als gevolg daarvan mag hij zich officieus uitvinder van het procedé noemen. Maar uiteindelijk in de geschiedenis van de geluidsdrager is hij wellicht geheel onterecht verworden tot een (zij het uitgebreide) voetnoot, getuige onderstaand artikel uit het "Nieuws van den dag", waarnaar eerder al werd verwezen.

30 01 1880 Artikel Het nieuws van den Dag

                                                                                                 Bron: www.delpher.nl

Keer terug naar de startpagina van dit artikel

<<Vorige       Volgende>>

 

 

Back to Top