1877 Van patenten, prototypes en voetnoten in de geschiedenis (Deel 2)

 

1877 Van patenten, prototypes en voetnoten in de geschiedenis (Deel 2)

  edison

Zonder ook maar een woord te overdrijven kan worden gesteld dat Thomas Alva Edison (11 februari 1847 – 18 oktober 1931) een genie was.

Alleen al de 1093 Amerikaanse patenten die hij heeft verworven vormen daarvan het blijvend testament.

Als vernieuwer en conceptueel denker lag hij in sommige opzichten jaren voor op zijn tijdgenoten. Gebruikmakend van bestaande en reeds bewezen mechanische principes uit diverse disciplines (Mechanica, Telefonie en Telegrafie) slaagde hij, waar anderen het in het beste geval slechts conceptueel uitwerkten. Het relaas van en over Charles Cros is daarvan een lichtend voorbeeld.

Hoewel het beoogd resultaat hetzelfde zou zijn geweest, namelijk de vastlegging van het gesproken woord, om dit op een later moment te kunnen laten herleven, zien we toch wezenlijke verschillen.

De principes waarop Cros en Edison zich bij hun uitwerking baseerden wijken zodanig van elkaar af dat niemand het in zijn hoofd haalde om het patent van Edison te betwisten.

Dat we inmiddels met betrekking tot het historisch perspectief betreffende de oorsprong van het idee ver verwijderd zijn van het standpunt dat Edison de uitvinder van de geluidsopname is, is nergens duidelijker dan op de website van het Amerikaans instituut “National Park Services”. (NPS)

Zij zijn de beheerder van onder meer het Edison erfgoed dat op 29 april 2017 een symposium organiseerde over de ontstaansgeschiedenis van de geluidsopnames.

Hiermee wordt recht gedaan aan de prestatie van Edouard-Léon Scott de Martinville (ruim voor die van Edison) en zoals men zegt, aan allen die in de hun kielzog hebben bijgedragen aan de geschiedenis van het opgenomen geluid.

Onder deze <link> vind u de website van de Edison sectie van het NPS.

Voor de liefhebber is er een Youtube playlist beschikbaar waar een videoregistratie van het volledig symposium kan worden gevonden inclusief een demonstratie van de fonograaf en de fonautograaf (laatste video in de playlist). Klik hier om de videoplaylist te openen in een  nieuw tabblad.

Vanaf het verhaal van Edison bereiken we ook een belangrijk punt in ons verhaal, want de wijze waarop Edison’s fonograaf evolueerde, maakt het mogelijk om vanaf dit punt in de geschiedenis geluidsdragers op zichzelf staand te volgen ,veelal los van de ontwikkeling van afspeelapparaten (ja ook de grammofoon zal ik hier niet separaat behandelen, omdat het concept hiervoor als in Edison's eerste patenten wordt vermeld.)

Nog niet direct, maar onontkoombaar, zal in de loop van dit relaas blijken, zal de geluidsdrager een speelbal van de commercie worden, waarbij naarmate de tijd verstrijkt de innovatoren een minder prominent zichtbare rol gaan spelen en steeds minder met naam en toenaam genoemd zullen worden. Maar voor we zo ver zijn …

… nu eerst terug naar Edison.

Edison werd geboren als zoon van een handelaar/timmerman. Als gevolg van een broze gezondheid, ging hij pas op achtjarige leeftijd voor het eerst naar school. Na een paar maanden van regulier onderwijs, waarin zijn docenten hem als “traag” bestempelden, nam zijn moeder het onderwijs van de jongen op zich.

In latere jaren stelt Edison dat het onderwijs zich te veel bezig hield met geheugentraining, door de leerlingen te verplichten zaken uit het hoofd te leren, waar zij veel meer gebaat zouden zijn bij het bestuderen van de natuur en het leren van praktische zaken.

Edison propageerde praktische vaardigheden boven boekenwijsheid.      

In het boek “From Tin Foil To Stereo” (Read en Welch – Eerst gepubliceerd 1959) wordt op pagina twee een duidelijk verschil tussen de Europese en Amerikaanse werk- en denkwijze aangedragen.

Zo zouden de Europeanen in het algemeen - uitgezonderd de Engelsen - uit zijn op het vergroten van kennis omwille van de kennis en wordt dit streven als een elitaire aangelegenheid bestempeld, waar de Amerikaanse denk- en zienswijze meer gericht zou zijn op het experimentele karakter van wetenschappelijk onderzoek, met als doel feitelijke vooruitgang.

In het boek wordt dan ook het standpunt ingenomen dat de Amerikaanse werkwijze er voor zorgde dat de wetenschappers aldaar, meer leraar dan academicus waren, omdat hun werkwijze zich meer in de praktische toepassing en het experiment dan in het theoretisch werkveld bevond.

In dit opzicht verklaart het (wellicht zelfs in bredere zin) het verschil in de benadering van het procedé van de geluidsreproductie tussen Cros en Edison.

Cros bedacht een zeer ingewikkeld en theoretisch proces dat, onderbouwd door diverse theoretische modellen het mogelijk maakte om geluid voor reproductie vast te leggen, maar het idee bleef steken op de tekentafel.

Edison’s praktischer natuur maakt dat zijn idee onafhankelijk van dat van Cros, eenvoudiger van opzet en relatief goedkoop uitvoerbaar was. Er bestaan documenten waaruit blijkt dat Edison aan Kruesi het bedrag van $ 8,- , $18,- en $30,- betaalde om zijn prototype te bouwen. Het exacte bedrag is niet bekend.

Waar Cros een chemisch proces gebruikte dat uit de fotografie stamde, experimenteerde Edison met een veel directere, mechanische benadering.

Dat Edison al langer met het idee speelde van geluidsregistratie mag blijken uit de notities en conceptschetsen die dateren van voor zijn patentaanvraag.

In notities daterend van 27 juni tot 18 juli 1877 speelt hij nog met diverse concepten waarbij telegraafsignalen op een geïmpregneerd stuk papier worden gegraveerd.

Op de schets van 18 juli 1877 vervolgt Edison zijn oorspronkelijke gedachtegang, zonder verdere illustraties als volgt:

Just tried experiment with a diaphragm having an embossing point and held against paraffin paper moving rapidly. The spkg (speaking) vibrations are indented nicely & there is no doubt that I shall be able to store up & reproduce automatically at any future time the human voice perfectly”.

Er circuleren verschillende variaties op de gebeurtenissen en over de wijze waarop het idee bij Edison postvatte, waarbij curieus is dat er zelfs twee officiële lezingen bestaan in het Edison handboek dat door de Phonograph Company in 1900 is gepubliceerd.

220px John KruesiOver het belang van de rol van John Kruesi (15 mei 1843 – 22 februari 1899) kan in elk geval geen misverstand bestaan.

Kruesi, opgeleid tot instrumentmaker en klokkenmaker in zijn thuisland Zwitserland kwam in 1872 in dienst in Edison’s “Machine shop” in Newark (NJ, USA)

Hij was de man die Edison’s concepten en tekeningen daadwerkelijk tot een werkend model heeft uitgewerkt.

Volgens de bronnen werd hij bestempeld als “Machinist”, waarbij in dit geval moet worden gedacht aan iemand die, met behulp van apparaten (machines), in staat is producten of halffabricaten te maken. Vaak gaat het hier om meervoudige, complexe bewerkingen. In werkelijkheid was Kruesi de manager op de vloer in de werkplaats en als zodanig verantwoordelijk voor de aansturing van de productie van de testmodellen en de eindcontrole hierop.

Door jarenlange samenwerking en veelvuldig overleg wist Edison dat hij zijn (soms rudimentaire) tekeningen met een gerust hart aan Kruesi kon overdragen.

 

                    Afb. Wikipedia

Hij was in staat dat wat Edison in concept aanleverde aan te vullen en te vertalen naar een concrete en complete werkopdracht.

Toen Edison naar zijn nieuwe werkplaats (Menlo Park - NJ USA) verhuisde om daar verder te werken aan zijn experimentele elektrische verlichting, nam hij Kruesi mee.

In deze faciliteit bouwde Kruesi, op specificatie van Edison, het eerste werkende prototype van de fonograaf in de eerste week van december 1877.

Hoewel er schetsen zijn gevonden, gedateerd augustus 1877 wordt aangenomen dat deze datering achteraf is aangebracht. De eerste ‘echt’ gedateerde tekening is naar men aanneemt van 29 november 1877.

tinfoil phonograph sketch

Bron: American National Park Service

Op deze tekening noemt Edison zijn vinding “phonograph” (fonograaf), waarbij moet worden aangegeven dat de naam niet door Edison bedacht werd, maar al eerder was geclaimd door Joseph-Beverly Fenby voor een andersoortige machine.

Aangenomen wordt dat na een aankondiging in de Scientific American van 17 november 1877, de inmiddels hooggespannen verwachtingen, Edison het laatste zetje hebben gegeven om het concept waar hij mee worstelde verder uit te werken en te laten bouwen.

Door verschillende bestaande technieken te combineren tot iets nieuws, was Edison er in geslaagd een werkend prototype te laten bouwen.

Edison tinfoil Kruesi phonograph replica

Foto Gregory F. Maxwell The History of Audio: The Engineering of Sound, an exhibition of the San Francisco Airport Museums

Aan het einde van 1877 tekent Edison ook een concept voor een andere machine, die we later zullen gaan kennen onder de naam grammofoon. De eerste verwijzing hiernaar vinden we ook al terug in de allereerste patentaanvraag. Dit zou een van binnen naar buiten afspelende schijf zijn.

Op 24 december 1877 dient Edison de patentaanvraag in (nummer 200.521) welk op 19 februari 1878 wordt toegekend, in dit patent worden zowel de laterale als de verticale (hill and dale) opnametechnieken benoemd, ook de hierboven benoemde voorloper van de grammofoon staat vermeld.

 

Bron: http://edison.rutgers.edu/phonpats.htm

Overigens kunt u op bovenstaand portal al Edison's geregistreerde patenten terugvinden. In een reeks evoluties verzamelt Edison in totaal alleen al199 aan de fonograaf te relateren patenten.

De eerste fonograafopnames werden gemaakt door een laag stannioolfolie, (Tinfolie) te bevestigen op de cilinder van de fonograaf.

Dit folie was dikker dan ons huidige aluminiumfolie, voor wie zich dat nog kan herinneren, dit is vergelijkbaar met het materiaal waar vroeger de doppen op de melkflessen van werden gemaakt.

Vervolgens kon de opname worden gemaakt.

Probleem van deze opnamen was dat, zodra ze van de machine afgehaald waren, het zeer moeilijk was om ze weer terug te plaatsen op de machine.

Onder deze link vindt u een zeer vermakelijke video uit 1977 met de heren Willem Duys, Leonard de Vries en Harry Belle. Die laatste was al vanaf het prille begin bij onze vereniging betrokken. (Helaas heeft de eigenaar het inbedden van de video in onze websiteniet toegestaan.)

De video toont ons een demonstratie van de werking van de fonograaf. Dit alles ten gelegenheid van 100 jaar geluidsregistratie en het verschijnen van het boek Dank U, meneer Edison. (ISBN 90 269 8403 0 Leonard de Vries)

 

Ter afsluiting van dit deel nog even het volgende:

In zijn eerste patentaanvraag houdt Edison al rekening met de mogelijkheid van reproductie van het opgenomen geluid. Er wordt gesproken over het maken van kopieën, wat waardevol zou zijn als muzikale composities beschikbaar zouden moeten worden gemaakt voor meerdere machines. Dit zou kunnen worden bewerkstelligd door een gipsafgietsel te maken van de originele opname en vervolgens kopieën te produceren door folie over het afgietsel te drukken.

Het eerste begin van de reproduceerbare geluidsdrager was hiermee beschreven. Hiermee kan los van de ontwikkeling van de opname eb afspeelapparatuur de geschiedenis van de geluidsdrager worden gevolgd.

Het volgende deel zal  zal ons meenemen naar het moment dat de fonograaf in Europa aankomt en dus uiteindelijk ook in Nederland.

Daarna  zal de ontwikkeling van apparatuur dan nog hooguit als terzijde benoemd worden en ligt de focus op de geluidsdrager, tenzij de aard van het medium wezenlijk verschilt in benadering.

 

 
 

Keer terug naar de startpagina van dit artikel

 

<< Vorige artikel      Volgende artikel>>

Back to Top