Fien De La Mar

Niets wijst er op dat er een legende in de dop op het toneel staat als in 1915 Josephina Johanna -Fien-  De La Mar (02-02-1898 - 23-04-1965)  naast de "kleine Caruso" (Bob Scholte) haar opwachting maakt in Der Rastelbinder, van Franz Lehár.03010602

In eerste instantie manifesteert de 18 jarige debutante zich als een verwaande jongedame die er in slaagt de dan 14 jarige Bob (echte naam Hyman) tegen de haren in te strijken. Ze vraagt tijdens de repetities neerbuigend of zij: "Met dat kleine jongetje..." moet zingen. Haar vader bevestigt dit en weet de boel bij elkaar te houden. Dat gemoederen niet helemaal gesust zijn blijkt wel uit de ankdote die hierover wordt geschreven in het boek 'Fien De La Mar, portret van een kunstenaar', van de hand van Jenny Pisuisse (Meulenhoff - 1982)

Het typeert wel Fien, die haar leven lang geen blad voor de mond zal nemen.

Wanneer Fien in de leer gaat bij theategezelschap Spree en daar wordt weggestuurd, adviseert haar vader, Nap De La Mar haar in eerste instantie om van het toneel af te gaan, terwijl hij probeert een oplossing te verzinnen die past bij de ambities van zijn dochter.

Onder de vaders vleugels komt het uitzonderlijk talent van Fien dan ook tot volle wasdom.

03010604Eerst in de, zoals het Algemeen handelsblad van 2 augustus 1916 het noemt, "Revue Operette, Had je me maar", met in de hoofdrol Louis Davids en later in 1917 in de voorstelling Madorah die de reputatie van Fien defnitief vestigt.

Vanaf 1917 staat in het door Max van Gelder geleide Centraal Theater te Amsterdam een gezelschap onder leiding van Nap De La Mar dat een 03010606gevarieerd programma brengt.

Dit Centraal theater is gevestigd in Amsterdam aan de Amstelstraat, alwaar men de bovenverdieping van vanhet "Museum Panopticum" huurt.

Het museum, feitelijk een wassen beelden museum, dat al in 1881 haar deuren opende, draait al geruime tijd met verlies en de extra inkomsten uit de verhuur van de bovenverdieping aan het het theater zijn meer dan welkom.

De opkomst van een nieuwe technologie (de film), de eerste voorstelling was in Amsterdam op de Klaverstaat 220  al in 1896, luidde het begin van het einde voor het Panopticum in.

Bezoekersaantallen waren sinds in 1906 de eerste Bioscoop, de Bijou Biograph, van de in Berlijn woonachtige Amerikaan Andrew Rawson Jennings,  aan de Damstraat, haar deuren opende, dramatisch gedaald. 

Dat de film snel aan populariteit won blijkt wel uit het feit dat er in 1909 -1910 een heus distributie nertwerk op werd gezet.

Aan het einde van 1916 telde amsterdam zo'n 24 bioscopen.

Door het theater als onderhuurder in hous te halen kan een faillisement voor het Panopticum maar ternauwernood worden afgewend.. Uiteindelijk weet men het onvetonvermijdelijke einde te rekken tot 1919...

 

In het pand aan de Damstraat worden ook na het faillisement van het wassenbeeldenmuseum de theateractiviteiten voortgezet.

Het Algemeen Handelsblad van 23 september 1920 meldt dat iedere avond kan worden genoten van "Intieme kunst", bestaande uit gesprekken, liedjes, een Zedenspel, een Handtastelijk spel en een klucht....en dat allemaal op één avond....een mens zou er moe van worden.

Fien groeit uit tot een veelzijdig artieste en is op vele terreinen thuis, maar blijkt wel een persoon van uitersten. Blijdschap en verdriet, hoogte- en dieptepunten, successen en missers, glamour en schuchterheid, pathos en drama het is er allemaal.

Als de oorlog is afgelopen neemt de echtgenoot van Fien, Piet Grossouw, reeds op 9 juni 1945 de pen ter hand en schrijft, uit naam van het Fientje "De La Mar Ensemble" het college van burgemeester en wethouders aan, met het idee om de oude Spieghelschool, gevestigd op de Marnixstraat 404 te Amsterdam om te bouwen tot theater.

Dat er nog wel flink wat werk aan de winkel zou zijn, daarvan moet Piet zich bewust zijn geweest.

Reeds in de jaren 30 afgekeurd als schoolgebouw, werd het in 1887 gebouwde pand in de oorlogssjaren ingezet door het GAB (Gewestelijk arbeidsbureau) als adminsitratiekantoor voor de Arbeitseinsatz .

Op 5 januari 1945 wordt bij een actie van het verzet waarbij 5 NSB'ers het leven laten het pand in brand gestoken, waarbij het volledig uitbrandt.

De herstelwerkzaamheden vergen dus inderdaad nogal wat tijd, maar uiteindelijk op 31 juli 1947 opent het De La Mar theater in Amsterdam haar deuren, waarbij de eerste voorstelling (Cantillons 'Maya') direct de gemoederen weet te beroeren. W.A.H Kerkhof schrijft echter in de Toneelkijker ook dat het stuk:'...voor alle jongeren ontraden moet worden'.

Van alle grote plannen die Fien had als creatief directeur van het theater  komt niet veel terecht en, alle ambities ten spijt,  zal zij uiteindelijk haar droom in 1950 moeten opgeven.

Als Piet uitiendelijk op 9 april 1957 komt te overlijden betekent dit het begin van het einde voor Fien. Er volgt een zelfmoordpoging en daarna een opmerkelijke (voor de buitenwereld) opleving. Een come-back plaatst Fien weer in de schijnwerpers, maar de glans is er voor haar vanaf. De oude garde is overleden en een nieuwe zakelijkheid waar Fientje niets mee heeft regeert. Ze vereenzaamt en vant ten prooi aan 'vervolgingswaanzin'. 

Wanneer Fien De La Mar op 18 april 1965 besluit dat het genoeg is geweest doet ze dit op dezelfde wijze als waarop zij geleefd heeft. Eigenzinnig en met gevoel voor drama werpt zij zich uit het raam van haar appartement. 

Op 23 april 1965 overlijdt de Grande Dame van het Nederlands theater.

 

Naschrift.

De deuren van het centraal theater sluiten voorgoed in 1960, en ironisch genoeg zal in het jaar 1965 als Fien De La Mar overlijdt ook het pand waarin zij een groot deel van haar loopbaan op de bühne stond met de grond gelijk worden gemaakt, om plaats te maken voor een uitbreiding van het kantoor van de ABN Amro bank.  Een scherper contrast is nauwelijks denkbaar de kille verzakelijking waaraan het oude Wassenebeelden museum annex theater ten prooi valt. 

Een hoofstuk is voorgoed afgesloten.


03010607

 

Voor meer informatie over Fien De La Mar kan ik het reeds eerder gememoreerde boek van Jenny Pisuisse van harte aanbevelen.

Ook vermeldenswaardig is de Website Een leven nag Theater. Ook hier heeft men zich door het boek vanmevrouw Pisuisse laten inspireren en de informatie verluchtigd met foto's.

Klik hier voor een rechtstreekse link.

Artikelen (Log-in benodigd)

 

Jaargang                          Nummer                         Artikelllink                          
03 (1981) 1 Artikel

 

Muziek (Log-in benodigd)

<terug naar de Index>

 

 

Back to Top