H.M.V. algemene informatie
H.M.V. en Nipper.
....of hoe een plaatje meer zegt dan bergen tekst.
Nipper (1884 - 1895), wie kent niet het beeld van het hondje dat, luisterend naar de stem van zijn baasje uit de hoorn van een grammofoonspeler afgebeeld staat op talloze afspeel apparaten en geluidsdragers.
Nipper brengt de eerste 3 jaar van zijn leven voornamelijk door in het theater. De eigenaar, Mark Henry Barraud was verantwoordelijk voor decorontwerp in het Prince's Theater in Bristol en het dier zal daar dan ook vaak te vinden zijn geweest. De naam Nipper kreeg hij omdat hij naar verluidt bezoekers vaak van achteren in de benen beet.
Na het overlijden van Mark Henry, in 1887 gaat Nipper over naar zijn broer Francis James Barraud (16 juni 1856 - 29 Augustus 1924) een kunstschilder. Het valt Francis op dat, telkens als de fonograaf speelt, de hond in verwarring lijkt te zoeken waar de stemmen vandaan komen.
Zo'n drie jaar na het overlijden van Nipper herinnert Francis zich dit gegeven en besluit om hier een doek aan te wijden.
Het doek krijgt de titel "Dog looking and listening to a phonopgraph". Nipper wordt afgebeeld luisterend naar een fonograaf met zwarte hoorn. Francis probeert het doek tevergeefs te slijten aan de Royal academy en aan diverse magazines, waarna hij besluit om het aan te passen omdat niemandhet wil hebben.
Hij neemt contact op met William Barry Owen, de Amerikaanse oprichter en directeur van de Engelse afdeling van Emil Berliner's the Gramophone Company en vraagt een messing hoorn te mogen lenen, om deze zo natuurgetrouw mogelijk te kunnen natekenen.
Na de aanpassing van het doek past Barraud ook de naam van het schilderij aan en vanaf dat moment heet het werk:'His Master's Voice". Owen, die inmiddels geïnteresseerd is geraakt, krijgt de mogelijkheid om het schilderij over te nemen. Dit zou ook gebeuren, op voorwaarde dat Barraud nóg een aanpassing aanbrengt.
De fonograaf in het beeld moet vervangen worden door een grammofoonspeler van the Gramophone Company. Voor het bedrag van honderd pond doet Barraud afstand van het schilderij en alle copyrights. Barraud zal nog wel tot in lengte van jaren reproducties van het werk blijven maken.
We schrijven inmiddels 1899.
In december van dat jaar wordt Nipper voor het eerst als beeldmerk opgevoerd op een catalogus van the Gramophone Company.
Emil Berliner legt ook de exclusieve rechten vast voor het logo in de Verenigde staten om dit te gebruiken voor zijn Berliner Gramophone Company
Na een langerekte stijd tussen Berliner en Frank Seaman (Zonophone) besluit Berliner om zijn bedrijf over te dragen aan Edridge Johnson.
Johnson hernoemt het bedrijf en in 1900 ontstaat zo "the Consolidated Talking Machine Company". Nipper verhuist mee, maar verschijnt nog niet op de platenlabels.
Wanneer in 1901 bij een volgende reorganisatie Consolidated wordt hernoemd ontstaat hieruit The Victor Talking Machine Company.
Uiteindelijk zal Nipper op vele (sub)labels die het bedrijf zal voeren zijn plek vinden, te beginnen bij Victor.
- The Gramophone company
- Berliner's Duitse dochtermaatschappij Deutsche Grammophon
- Victor Talking Machine Co. (later bekend als RCA Victor and then RCA Records)
- Victor's Bluebird label
- Zonophone
- Berliner's (en later Victor's) British zuster the Gramophone Co. Ltd. (informeel zelfs bekend als His Master's Voice)
- EMI
- HMV Retail Ltd.
- the Gramophone Co.'s Duitse dochtermaatschappij Electrola
- Victor's dochtermaatschappij,the Japan Victor Company (JVC).
Het beeldmerk, is onder vele namen bekend en in sommige gevallen zijn deze zelfs sterker gebleken dan de merknaam die wordt vertegenwoordigd.
Alleen al in Europa komen en kwamen we (zonder compleet te willen zijn) de volgende namen tegen voor de afbeelding van het kuitenbijtertje.
- "His Masters Voice" (Engeland)
- "La voix de son maître," (Frankrijk),
- "La voz de su amo" (Spain), "A voz do dono" (Portugal),
- "La voce del padrone" (Italy),
- "Die Stimme seines Herrn" (Duitsland),
- "Husbondens Röst" (Zweden),
- "Głos Swego Pana" (Polen),
- "Sin Herres Stemme" (Noorwegen)
- "Sahibinin Sesi" (Turkije)
Om de verwarring niet nog groter te maken probeer ik een zo goed mogelijke scheiding aan te houden tussen de diverse productlijnen waardoor het echter wel mogelijk is dat het His Master's Voice beeldmerk doorheen de verhandelingen zal opduiken. Dit valt niet te vermijden met een diversiteit aan producten als dewelke zijn uitebracht met hetzelfde logo.
Klik hier voor meer informatie over Nipper.
Pathé, Afspeelapparaten
Op deze pagina vindt u verwijzingen naar Pathé Afspeelapparaten (en hopelijk in de toekomst) ook verdere technische details. Voor de Gebroeders Pathé klik hier.
Afbeelding | Type | Link naar verdere informatie |
Pathe No.0 (Ca. 1903) |
<afbeelding 010506a> wacht op nadere info Zie oproep onder "van de Webredactie". |
|
Pathe No.1 (Ca. 1905) |
<afbeelding 010506b> wacht op nadere info Zie oproep onder "van de Webredactie". |
Pathé, De Gebroeders
1903 Stollwerck grammofoon
Voor zover het afspeelapparaten en media betreft mag de firma Stollwerck zich tot de bijzondersten rekenen.
De Keulse firma Stollwerck was zakelijk al lang aktief,. Reeds lang voordat men grammofoons en plaatjes uitbracht, had men zich een naam verschaft als Chocolade producent.
De heer Ludwig Philipp Albert Stollwerck (22 januari 1857 - 12 Maart 1922) nam in1883 de leiding over het familibedrijf over en zou tot aan zijn dood in 1922 het bedrijf bestieren. Naast productie en verkoop van chocolade drong Ludwig ook aan op vernieuwende manieren om zijn producten aan de man te brengen.
Door zijn vernieuwingen en concepten op basis waarvan onder anderen de verkoop automaat werd uitgevonden maakte Stollwerck zijn naamsbekendheid steeds groter en groter.
In 1893, op de wereldtenoonstelling van Chicago (U.S.A) leert hij Thomas Edison kjennen, wat er toe leidde dat hij bij terugkomst in Duitsland direct de "Deutsche Edison Phonograph Compagnie" oprichtte.
Wanneer Stollwerck in 1901 kennis neemt van het bestaan van de blikken speelgoed grammofoon ziet hij daarin een kans om zich nog verder te onderscheiden.
Samen met vriend Emil Heimerdinger wordt het idee uitgewerkt om platmateriaal te vervangen door chocolade.
Dit resulteert in 3 patenten die alle drie op 25 juli 1903 worden aangevraagd.
Patentaanvraag 16.444 behelst een verbetering aan de speelgoedfonograaf. er ontstaat een soort speeldoos met een handaangedreven ronddraaiende trommel.
Patentaanvraag 16.445 behelst een verbetere verpakking voor chocolade, om er voor te zorgen dat het medium onbeschadigd bij de eindgebruiker zou arriveren.
Patentaanvraag 16.446 behelst de feitelijke geluidsdrager. Een chocolade plaat.
Afbeelding met toestemming gereproduceerd. (https://grammophon-platten.de/news.php)
Als uitendelijk alle aanvragen zijn gehonoreerd (als laatste de 16.445 op 19 november 1903) staat niets de verkoop van dit revolutionaire product meer in de weg.
Vooruitlopend was Stollwerck al met de productie begonnen en in oktober 1903 wordt (eigenlijk al bijna te laat om te kunnen profiteren van een goede verkoop richting de kerst). De chocladeplaatjes, opgenomen volgens het Hill en Dale principe hadden een doorsnede van 8 centimeter en konden circa 10 keer worden afgespeeld voordat ze zo slecht waren dat deze alleen nog voor consumptie geschikt waren.
Afbeelding met toestemming gereproduceerd. (https://grammophon-platten.de/news.php)
Om de apparaten niet alleen ahankelijk te laten zijn van de eetbare geluidsdragers werd door de Adler-Phonograph Company een plaatje geleverd van Karbin (een soort harde wasplaat)
In DeWeergever, jaargang 3 (1981) staat een artikel van Harry Belle over dit onderwerp, waarbij het jaartal 1902 in gedachten even in 1903 gewijzigd mag worden. U vindt dit artikel hier.
Ultraphon
In 1922 richt de heer Heinrich J. Küchenmeister (1893 – 1971) een bedrijf op dat hij Ultraphon-Gesellschaft noemt, met als doel het te gelde maken van de vele verzamelde patenten met betrekking tot geluidsregistratie en reproductie.
Dhr. Heinrich J. Küchenmeister |
Naast afspeelapparaten zou Küchenmeister zich in hoge mate specialiseren in “geluidsfilmtechniek”, samen met de Duitse filmgigant UFA. (Tri-Ergon)
Naast de “Ultraphon- Gesellschaft” richt Küchenmeister onder anderen de volgende bedrijven op:
Heinrich Küchenmeister Co Kg (1925). Dit bedrijf exploiteerde de vele elektrotechnische patenten die Küchenmeister op zijn naam had staan
Ultraphon AG (1926)
N.V. Küchenmeister's Internationale Maatschappij voor Sprekende Films (1927) later omgedoopt in Internationale Tobis Maatschappij N.V.
N.V. Küchenmeister's Internationale Ultraphoon Maatschappij (1928)
N.V. Küchenmeister’s internationale Maatchappij voor Accoustiek (1929)
Veel van deze ondernemingen werden gefinancierd met uit Nederland afkomstig kapitaal van dhr. Andreas Struve. (1882-1954)
De N.V. Küchenmeister’s Internationale Radio Maatschappij kwam niet verder dan de tekentafel.
dhr. Andreas Struve |
In de herfst van 1925 presenteert Küchenmeister in Berlijn zijn Ultraphon afspeelapparaat voor.
Het is een bijzondere machine, voorzien van twee weergevers, die doordat ze 84 mm achter elkaar waren geplaatst het geluid met een kleine, instelbare verschuiving - volgens Küchenmeister zelf zou ongeveer 1/100seconde ideaal zijn- afspeelden.
Het gaf een soort valse ruimtelijkheid aan het geluid ook wel pseudo Stereo genoemd. Voor meer informatie klik op deze link.
Ook kon men, door met een hevel aan de machine de afstand tussen de weergevers iets te beïnvloeden een exacte faseverschuiving van het geluid bewerkstelligen, waarrdoor het afspeelgeluid (naaldgeruis) in de groef nagenoeg kon worden geëlimineerd. (Antigeluid avant la lettre)
Al in 1925 vermelden de Küchenmeister patenten technieken die later bij de productie van stereo platen zullen worden toegepast.
Onder het label Ultraphon zou later (tussen 1929 -1932) ook gedurende korte tijd een platenlabel worden gevoerd dat een voor die tijd ongekend goede geluidskwaliteit op haar registraties wist te bereiken. Plaatopnamen waarop frequenties tot 16000 Hz, met uitschieters tot 20000 Hz zijn geregistreerd geen uitzondering waren, bleken voor dit bedrijf geen toevalstreffer. Buitengewoon voor die tijd.
De veelheid aan bedrijfjes en de onoverzichtelijke concernstructuur doen Ultraphon uiteindelijk de das om
Als Nederlandse banken in juli 1931 weigeren om verdere kredieten te verstrekken dreigt een faillissement.
In 1932 zouden de matrijzen en drukpersen uit de failliete boedel overgenomen worden door Telefunken, dat er een eigen label, Telefunkenplatte GMBH, mee startte. (Tegenwoordig Teldec, een dochter van Warner Music Group)
Jaargang | Nummer | Artikellink |
04 (1982) | 3 | Artikel |