A.P.G.A.
A.P.G.A. (Association Phonique des Grands Artistes)
Vanaf het begin van de geluidsopnames is het voor artiesten een wordsteling geweest om een eerlijke vergoeding te krijgen voor de door hen opgenomen werken.
We kennen allemaal we de verhalen vanuit Amerika, waar armlastige Bluyesmannen zich lieten betalen per opname, zonder het vooruitzicht oip royalties. Dit leidde vaak tot schrijnende verhalen warbij anderen mooie sier maakten met de muziekopbrengsten van het door de, vaak inmiddels teleurgesteld in de muziek, teruggetokken levende creatievelingen.
Ook in Europa waren dit soort praktijken aan de orde van de dag.
Dat dit bij de artiesten tot onvrede leidde blijkt wel uit het initiatief dat in mei 1906 in Frankrijk door de heer Paul Salomon werd genomen.
Hij richtte een platenmaatschappij op.
Nu zult u zich afvragen wat daar zo bijzonder aan is...
Wel deze mijnheer Salomon stelde zich ten doel om het werk van de aan zijn bedrijf A.P.G.A. gelieerde artiesten anders, dan te doen gebruikelijk, te gaan exploiteren, waarbij de opbrengsten van de verkoop in de vorm van een betaling met de artiesten zouden worden gedeeld, in plaats van deze af te kopen bij opname.
Het bedrijf werd in eerste aanzet gefinancierd door aandelenemissie en de koers werd betaald door 10 beroemde kunstenaars, de artiesten van het eerste uur die zich direct bij het initiatief aan gesloten hadden.
Artiesten waren niet automatisch mede aandeelhouder in het bedrijf, maar kregen zodra zij een contract hadden getekend wel betalingen over de door hen opgenomen, verkochte muziek.
De allereerste opname die het bdrijft uitbracht is La Petite Tonkinoise door Polin (artiestennaam van Pierre-Paul Marsalés 13 augustus 1863 - 8 juni 1927)
Het label produceerde kwalitiatief hoogwaardige rollen en platen die veelal surieur waren aan hetgeen de concurrent bood. Die liet zich er dan ook niet veel aan gelegen liggen om A.P.G.A. zo sne mogelijk uit de markt te werken.
In het artikel uit De Weergever, jaargang 2 (1980) nummer 5, blijkt dat artiesten aktief werden benaderd met het verzoek zich te verenigen bij A.P.G.A. en zich zodoende te verdedigen tegen de oneerlijke verdeling van de inkomsten door de industrie.
Door de felle concurrentiestrijd duurde het niet lang of A.P.G.A. moest de strijd staken. De laatste opnames datern van 1912.
Inmiddels hebben de banken een meerderheidsbelang in A.P.G.A en de druk op het bedrijf neemt toe. Als de handelsrechtbank in juni 1912 het faillisement uitspreekt is de strijd gestreden.
De catalogus gaat over in handen van de gebroeders Pathé.
Wat rest zijn de platen, maarook die zijn inmiddels een zeldzaamheid geworden.
Artikelen (Log-in benodigd)
Jaargang | Nummer | Artikellink |
02 (1980) | 5 | Artikel |