Pinza, Ezio
Ezio Fortunato Pinza (18 mei 1892 - 9 mei 1957), wordt geboren in Rome.
Hij debuteert in 1914 Spezia, in de rol van Oroveso, hoofd van de order der druïden in de lyrische opera "Norma" van Vincenzo Bellini. Deze opera is één van de 10 opera's die de jong gestorven Bellini schrijft. (hij werd niet ouder dan 33.) Zijn repertoire vormt samen met dat van Gaetano Donizetti en Gioacchino Rossini een belangrijke basis onder het bel canto (letterlijk mooi zingen) repertoire. De sonore, maar uiterst flexibele bas van Pinza llende zich uitstekend voor dit materiaal.
De Eerste Wereldoorlog onderbreekt de muzikale opmars van de jonge Pinza.
Na het einde van de schermutselingen werkt Pinza achtereenvolgens in het Teatro Verdi te Florence, het Constanzi in Rome. In 1921 debuteert hij in de Scala te Milan in de rol van Veit Pogner in Richard Wagner's "Die Meistersinger von Nürnberg".
In 1926 debuteert hij in New York in de Metropolitan Opera, waar hij de volgende 22 jaar met name lovende kritieken oogst voor zijn Verdi vertolkingen in onder anderen, La Forza del Destino, Simon Boccanegra, Aida en Rigoletto.
Maar zijn reputatie vestigt hij definitief in zijn vertolkingen in Mozart’s Don Giovanni en Le nozze di Figaro.
Uiteindelijk zal Pinza meer dan 750 maal optreden in zo'n 50 verschillende opera's.
Wanneer hij in 1948 zijn laatste rol heeft gezongen in het Metropolitan kan hij terugkijken op een rijke carriëre, waarin hij heeft opgetreden met grootheden als Amelita Galli-Curci, Rosa Ponselle, Elisabeth Rethberg, Giovanni Martinelli, Beniamino Gigli, Lawrence Tibbett, Giuseppe De Luca en Salvatore Baccaloni.
Vanaf 1949 treedt Ezio Pinza op Broadway voor het voetlicht, waarbij hij met name opvalt in de Rodgers en Hammerstein productie South Pacific in de rol van Emile de Becque. Het nummer "Some enchanted evening" maakt dat Ezio Pinza Amerika-breed een beroemdheid wordt. De rol levert hem een Tony award op.
Kenners kijken in 1980 nog heel even op als in de film "The Blues Brothers" van John Landis, met in de hoofdrollen Dan Aykroyd en John Belushi, ineens het nummer Anema e core van Pinza in de achtergrond speelt. (u zult het nummer overigens tevergeefs zoeken op de sountrack van de film).
Het artikel in twee delen van dhr. J. Christjaans schetst een mooi beeld van de wijze waarop de jong Pinza uiteindelijk al zijn aspiraties op sportief en maatschappelijk vlak ondergeschikt maakt aan zijn muzikale.
Artikelen: (Log-in benodigd)
Jaargang | Nummer | Artikellink |
04 (1982) | 5 | Artikel |
05 (1983) | 1 | Artikel |
Muziek (Log-in benodigd)